Leidt COVID-19 tot een paradigma verschuiving in infectiebeheersing?

Coronavirus Redactie VHIG (bron: The Lancet)

De gezondheids- en economische impact van multiresistente (MDR) -bacteriën is de afgelopen jaren voortdurend toegenomen, met een geschatte piek van ongeveer 700.000 toe te schrijven sterfgevallen per jaar. Verwaarloosde hygiëne, slechte naleving van infectiepreventieprocedures, ongepast antimicrobieel gebruik en onvoldoende beschikbaarheid van diagnostische middelen en nieuwe effectieve antibiotica, hebben bijgedragen aan dit roemloze wereldwijde record. Ondanks deze alarmerende cijfers stond ​​infectiepreventie tot voor kort in veel landen niet als topprioriteit op de agenda.

Maar dat veranderde abrupt met de opkomst van het ernstige acute respiratoire syndroom coronavirus 2 (SARS-CoV-2). De exponentiële verspreiding van dit virus heeft COVID-19 naar de top van nationale en internationale prioriteitenlijsten gekatapulteerd. Hoe meer we beseffen hoeveel SARS-CoV-2 de wereld heeft veranderd des te meer twijfelen we aan de geschiktheid van onze strategieën voor preventie, beheersing en geneesmiddelenontwikkeling met betrekking tot andere belangrijke pathogenen.

De vraag luidt nu of we de recente COVID-19-ervaringen ten goede kunnen inzetten voor de beheersing van andere infecties. Heeft de pandemie onze manier van denken veranderd en de weg geëffend voor efficiëntere maatregelen tegen andere soorten infecties? Hebben we geleerd efficiënter om te gaan met epidemiologische big data? Zijn nieuwe onderzoeksnetwerken voor innovatief onderzoek ontstaan? Zal durfkapitaal gemakkelijker beschikbaar zijn voor ontwikkelingsprogramma’s? En zal de publieke opinie sterkere toezeggingen van de overheid steunen om zorggerelateerde infecties aan te pakken? De tijd is gekomen voor een paradigmaverschuiving in infectiebeheersing.