Micro-organismen die resistent zijn voor 'eerste keuze' antibiotica of voor meerdere groepen antibiotica worden Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO) genoemd.
Dragerschap van infecties door bijzonder Resistent Micro-Organismen (BRMO) komen steeds vaker voor, zowel bij ziekenhuispatiënten, als onder de algemene bevolking. BRMO zijn resistent tegen de meest geëigende (dus eerste keus) antibiotica of tegen een combinatie van therapeutisch belangrijke antibiotica. Het gevolg is dat vaker uitgeweken moet worden naar “laatste redmiddelen”. Maar steeds meer bacteriën blijken hier ook resistent tegen.
Gezonde mensen kunnen een BRMO bij zich dragen zonder dat ze het weten. Gezonde dragers hebben mogelijk een groter risico op complicaties door een BRMO als zij ziek worden en/of geopereerd moeten worden.
Wij gaan hier in op de vier BRMO die in Nederland het meeste voorkomen: MRSA, ESBL, VRE, en CPE.
MRSA (ook wel ‘de ziekenhuisbacterie’ genoemd) kan vooral in ziekenhuizen een epidemie veroorzaken. De bacterie is ongevoelig (resistent) voor behandeling met meticilline en veel andere antibiotica.
Kijk voor meer informatie over MRSA in het dossier zorggerelateerde infecties.
ESBL staat voor Extended Spectrum Beta-Lactamase. Dit is een enzym dat bepaalde soorten antibiotica kan afbreken. Daardoor zijn infecties moeilijker te behandelen.
ESBL’s komen voor bij mensen, dieren en in het milieu. Gezonde mensen worden bijna nooit ziek van deze antibioticaresistente bacteriën. Maar bij mensen met een verzwakte gezondheid zijn ESBL-producerende bacteriën zoals de darmbacterie Escherichia coli en Klebsiella belangrijke veroorzakers van bijvoorbeeld urineweginfecties en sepsis.
VRE is een afkorting die staat voor Vancomycine Resistente Enterokok.
Enterokokken zijn bacteriën (ziektekiemen) die normaal gesproken aanwezig zijn in de menselijke darmen en in het vrouwelijke geslachtsorgaan, en die vaak in het milieu worden aangetroffen, zoals in aarde en water. Deze bacteriën kunnen infecties veroorzaken.
Enterococci-bacteriën vinden voortdurend nieuwe manieren om de effecten te vermijden van de antibiotica die worden gebruikt om de infecties die ze veroorzaken te behandelen. Als deze ziektekiemen resistentie ontwikkelen tegen vancomycine dan worden het vancomycineresistente enterokokken (VRE).
Enterobacteriën zijn een grote familie bacteriën. Sommige vertegenwoordigers uit deze familie worden aangetroffen in water of in de grond, maar de meeste enterobacteriën leven gewoon in de darmen van mens en dier.
Meestal is men drager van CPE (in de darm) zonder dit te weten of hiervan last te ervaren of ziek te zijn. Doorgaans verdwijnt het dragerschap spontaan na meerdere maanden. Maar bij ernstig zieke patiënten met verzwakte weerstand en vooral in ziekenhuisafdelingen waar ernstig zieke mensen verzorgd worden (in afdelingen voor intensive care, brandwondenbehandeling of bloedziekten) kunnen CPE een infectie veroorzaken.
Een infectie, maar ook het dragerschap, kan worden vastgesteld tijdens het verblijf in het ziekenhuis. Patiënten met CPE-dragerschap of -infectie worden in het ziekenhuis in isolatie verpleegd.
Een antibioticabehandeling kan worden ingezet om de infectie te bestrijden. CPE bacteriën produceren echter het enzym “carbapenemase”. Dit enzym kan carbapenem-antibiotica afbreken waardoor deze antibiotica niet werken.
Dragerschap en/of infectie met CPE vormt daarom een belangrijke dreiging voor de volksgezondheid. In Nederland komt CPE nog weinig voor, maar in andere delen van de wereld en in de ons omringende Europese landen komen infecties en dragerschap met CPE steeds meer voor. Hierdoor neemt de kans op introductie in Nederland toe. Het is belangrijk om CPE snel op te sporen en als deze wordt aangetroffen ervoor te zorgen dat verspreiding naar andere mensen wordt voorkomen.
De minister van VWS heeft daarom besloten om CPE meldingsplichtig te maken. Per 1 juli 2019 moeten alle patiënten die aan de meldingscriteria voldoen binnen één werkdag door de behandelend arts of hoofd van het microbiologisch laboratorium worden gemeld bij de GGD in de regio.
In de bestaande LCI-richtlijn BRMO, in het bijzonder carbapenemaseproducerende Enterobacteriaceae (CPE), zijn de meldingscriteria voor CPE opgenomen en staat beschreven wat te doen bij een melding.