DOEL VAN DE FUNCTIE
Waar de arts-microbioloog medisch-inhoudelijk verantwoordelijk is voor de behandeling van infectieziekten op patiëntniveau, daar is de DI vakinhoudelijk verantwoordelijk voor de bestrijding van infectieziekten op integraal, op instellings- en op patiëntgroepniveau.
RESULTAATGEBIEDEN
FUNCTIE-EISEN
Een DI heeft een breed kennisveld en beschikt over competenties in (gedrags)verandermanagement, communicatie, onderwijskunde, organisatie- en crisismanagement. Het bevorderen van de veiligheid en kwaliteit van zorg voor de patiënt behoeft multidisciplinair samenwerken. Er moet nauw worden samengewerkt met collega-deskundigen infectiepreventie en met arts-microbiologen. Daarnaast neemt de DI deel aan werkgroepen, commissies en projecten en geeft scholing, adviezen en voorlichting aan diverse disciplines binnen de instelling.
Er is de laatste jaren steeds meer aandacht gekomen voor het beroep deskundige infectiepreventie, omdat er ook meer aandacht is gekomen voor een goed infectiepreventiebeleid. Door uiteenlopende omgevingsfactoren wordt het risico op het ontstaan van ziekenhuisinfecties groter.
Die factoren betreffen nieuwe medische technologieën, de vergrijzing, maar ook de verdergaande globalisering waardoor we met een groeiend aantal (vreemde) infectieziekten te maken hebben. Denk hierbij vooral ook aan de antibioticaresistentie problematiek. Wereldwijd worden steeds meer bacteriën ongevoelig voor antibiotica. Infecties zijn hierdoor steeds minder eenvoudig te bestrijden en vormen een steeds grotere bedreiging. Daarnaast wordt zorgverlening door de transitie in de gezondheidszorg steeds meer door verschillende zorgaanbieders geleverd, waardoor de kans op verspreiding van een ziekmakend micro-organisme – ook buiten de muren van een instelling – groter wordt.
Kortom, er is dringend behoefte aan deskundigen infectiepreventie. En die behoefte zal naar verwachting de komende jaren alleen maar stijgen.
Werkterrein
De deskundige infectiepreventie is werkzaam op het gebied van hygiëne en infectiepreventie. Essentieel daarbij is dat (zorg)infecties en verminderde hygiëne een bedreiging vormen voor de veiligheid van de professional, zorgvrager of burger. De werkzaamheden vinden plaats binnen het zorgdomein en betreffen het hele gebied van nulde-, eerste-, tweede- en derde lijnzorg én publieke voorzieningen.
Lijn zorg betreft onder meer het ziekenhuis, huisartsenpraktijken, de GGD, verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, en/of zelfstandige klinieken.
Publieke voorzieningen betreft onder andere asielzoekerscentra, arrestantenverblijven, dak- en thuislozencentra, evenementen, groepsaccommodaties, jachthavens, justitiële inrichtingen, kampeergelegenheden, kinderboerderijen, kindercentra, publieksvoorzieningen, scholen, seksbedrijven, schepen, tatoeage- en piercingstudio’s, zorgboerderijen, zwemgelegenheden en sauna’s. Publieksvoorzieningen zijn o.a.: buurthuizen, openbare toiletten, sporthallen.