Desinfectiemiddelen voor de zorg

23 Mar 2021 Infectiepreventie in de praktijk Redactie VHIG

Desinfectiemiddelen die gebruikt worden tegen COVID19 maken virussen onschadelijk en zijn daarom biociden. Biociden mogen in Nederland alleen gebruikt worden als deze zijn toegelaten door het Ctgb (College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden), dat zijn toegelaten middelen. Omdat er voor virussen niet voldoende toegelaten middelen beschikbaar waren, zijn er tijdelijke vrijstellingen afgegeven door de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

In 2020 is door de Staatssecretaris van IenW een aantal tijdelijke vrijstellingen verleend voor onder andere niet-regulier toegelaten (hand)desinfectiemiddelen (zoals de vrijstelling voor de WHO-formuleringen). Deze vrijstellingen zijn inmiddels verlopen en op 5 maart 2021 zijn twee nieuwe vrijstellingen van kracht, een voor handdesinfectie en een voor oppervlaktedesinfectie.

Vanaf 5 maart jl. mogen dus naast de toegelaten middelen ook middelen die expliciet genoemd staan in de vrijstellingen verhandeld en gebruikt worden voor hand- en oppervlaktedesinfectie tegen het coronavirus.

Meer informatie over de nieuwe vrijstellingen is hier te vinden.

Een lijst met toegelaten en vrijgestelde middelen die gebruikt mogen worden tegen het coronavirus wordt gecommuniceerd op de website van het Ctgb.

Meer informatie is ook te vinden op rijksoverheid.nl.