Opkomende varianten van het pandemische coronavirus zijn in het nieuws sinds wetenschappers alarm sloegen over B.1.1.7, een SARS-CoV-2-variant die in december voor het eerst de aandacht van wetenschappers trok in Engeland en die meer overdraagbaar is dan voorheen circulerende virussen.
B.1.1.7 verspreidt zich al snel in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken en waarschijnlijk ook in veel andere landen. Maar wetenschappers maken zich net zo veel zorgen over 501Y.V2, een variant die in Zuid-Afrika is ontdekt, en een nieuwe virale lijn in Brazilië die ze P.1 noemen.
Aangetoond is dat sommige 501Y.V2-mutaties het oppervlakte-eiwit (de piek) veranderen en de werking van bepaalde antilichamen verminderen. Van de P.1-variant wordt gespeculeerd dat het in staat is inmiddels opgebouwde immuunrespons te ontwijken.
Dergelijke immuunontsnappingen zouden kunnen betekenen dat meer mensen die COVID-19 hebben gehad vatbaar blijven voor herinfectie en dat bewezen vaccins op een gegeven moment herzien moeten worden.
De snelle evolutie van deze varianten suggereert dat het mogelijk is dat het virus eerder dan verwacht, evolueert naar een vaccinresistent fenotype.
aldus vaccinoloog Philip Krause, voorzitter van een WHO-werkgroep over COVID-19-vaccins. Evolutionair microbioloog Andrew Read van de Pennsylvania State University zegt hierover:
Historisch gezien zijn maar weinig virussen erin geslaagd resistentie tegen vaccins te ontwikkelen, met als opmerkelijke uitzondering de seizoensgriep, die zo snel op zichzelf evolueert – zonder vaccindruk – dat er elk jaar een nieuw ontworpen vaccin voor nodig is.
De ongecontroleerde verspreiding van SARS-CoV-2, de verhoogde overdraagbaarheid en de (nu al) dreigende resistentie tegen COVID-19-vaccins baren opzien en zorgen.